Behalve dat ik bezig ben een baby
omslagdoek te breien, heb ik nu ook een gehaakte versie op de pennen
gezet. Beide technieken hebben hun eigen voor- en nadelen, en die kan
ik zo ten volle benutten. Verder wil ik vanaf nu het woord omslagdoek
kwijt, want ik vind het een onhandige uitdrukking. Babydekentje werkt
veel gemakkelijker, dus spreek ik vanaf nu over een brei- en een
haakdekentje. Ik zal de titels in de afgelopen blogs veranderen zodat
het hele verhaal in zijn geheel wat gemakkelijker is terug te vinden.
In deze blog vertel ik over het
haakdekentje. Om alle kleine restjes dunne wol op te haken wilde ik
een dekentje met losse vierkanten. Die vierkantjes moesten niet al te
veel gaten hebben, want uit ervaring weet ik dat daar maar al te vaak
je vingers in blijven hangen. Hoewel het stikt van de "granny
squares" op het net kon ik zo`n vierkantje niet vinden. Zodoende
moest ik er dus zelf eentje bedenken. Ik schrijf bewust bedenken,
omdat ik "ontwerpen" wel een erg groot woord vind, voor
zo`n simpel vierkantje, waarvan ik overtuigd ben, dat meerdere mensen
op ditzelfde idee gekomen zijn,
Het dekentje wordt 6x6 [36] vierkanten
groot en om een nette afwerking te krijgen maak ik de laatste toer
van alle vierkanten van dezelfde [afstekende] kleur. Het begin is er
al, op de foto staan er een paar [zonder de laatste toer], maar ik
heb intussen al 26 vierkantjes klaar.
PATROON VIERKANT:
toer 1: 4 lossen, [de opzetring niet te
strak maken], 3x [3 stokjes, 1 losse], 2 st. in de eerste opzetlosse,
toer sluiten met 1 halve vaste in de 4e opzetlosse.
toer 2: halve vasten naar het eerste
losseboogje, 3losse [ipv 1e stokje], 1 stokje, 1 losse, 2 st. in
dezelfde losseboog [hoek], *1 stokje tussen de stokjes van de vorige
toer, 2 stokjes 1 losse, 2 stokjes, in de losse boog* tussen de
sterretjes herhalen, toer eindigen met een halve vaste in de 3e
losse.
Deze 2e toer herhalen totdat het
vierkant de gewenste grootte heeft. Per zijkant wordt in iedere toer
[vreemd genoeg] 3 stokjes gemeerderd.
Wordt vervolgd.......