Naar aanleididng van een vraag op
internet over deze haaksteek ben ik hem gaan uitproberen. De foto van
mijn werk bestaat helaas alleen nog uit twee proeflapjes, want verder
ben ik nog niet gekomen. Ik had een schematekening en naar aanleiding
daarvan ben ik gaan puzzelen. Op de originele [Tjechische] site
stonden heel veel duidelijke foto`s, maar de begeleidende tekst die
cruciaal was, begreep ik niet, ondanks het feit dat ik de Google`s
vertaalhulp in de strijd had gegooid.
ALGEMEEN:
Als je een bepaalde maat wilt gaan
haken, is door het zigzag motief onmogelijk het via een aantal
opzetlossen uit te rekenen. Begin daarom met een proeflapje en meet
de zigzag. Ook de met de afwerking van de zijkanten heb ik me hier
niet bezig gehouden. Haak voor dit proeflapje minimaal 50 lossen,
zodat je de afstand tussen twee toppen kunt meten. Bij een
kleurwissel is het het mooiste om het laatste stokje niet helemaal
aftehaken. Trek door de laatste twee lussen van het desbetreffende
stokje de nieuwe kleur en haak 3 lossen om te keren.
TOER 1.
Haak op de opzetlossen:
1 stokje in de 4e opzetlosse vanaf de
haaknaald, 3 lossen,
* sla 3 lossen over, 2 stokjes in de
volgende opzetlosse, 3 lossen,
sla 3 lossen over, [2 stokjes, 3
lossen, 2 stokjes = is de top] in de volgende opzetlosse, 3 lossen,
sla 3 lossen over, 2 stokjes in de
volgende opzetlosse, 3 lossen,
2x [sla 3 lossen over, 2 stokjes in de
volgende opzetlosse =is de diepe punt], 3 lossen, *
Tussen de ** herhalen tot de gewenste
lengte en eindigen met na de top nog 2x [3 lossen, 3 opzetlossen
overslaan, 2 stokjes]
3 lossen om te keren.
Als het goed is is er afwisselend een
top [2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes] en een diepte [2 stokjes, 3
lossen overslaan, 2 stokjes] met daartussen 3 lossen, 2 stokjes, 3
lossen.
TOER 2.
2x [2 stokjes om de volgende
3-lossenboog, 3 lossen],
*[2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes =is de
top] om de volgende 3-lossenboog, 3 lossen,
2 stokjes om de volgende 3-lossenboog,
3 lossen,
2 stokjes om de volgende 3 lossenboog,
2 stokjes om de volgende 3 lossenboog = diepte, 3 lossen,
2 stokjes om de volgende 3 lossenboog,
3 lossen*,
Tussen de ** herhalen. Eindigen met
na de top nog 2x [3 lossen, 2 stokjes om de 3-lossenbogen te haken.
Kleurwissel en 3 lossen om te keren met de nieuwe kleur.
Methode 2 voor toer 2.
Door het haken in de lossenbogen, zoals
het in het patroon stond [proeflapje 1] komen er grote gaten in het
werk. Nu het patroon me wat vertrouwder is geworden denk ik dat je
dat kan vermijden door ipv om de lossebogen te haken, de
stokjesgroepen in de middelste losse te steken van de 3 lossen van de
vorige toer. Dat kan overal, behalve bij de top [proeflapje 2]
TOER 3.
2x [2 stokjes, insteken tussen de
stokjes van de voorlaatste toer, 3 lossen],
*[2 stokjes, 3 lossen, 2 stokjes] om de
volgende losseboog =top, 3 lossen,
2 stokjes, insteken tussen de stokjes
van de voorlaatste toer, 3 lossen,
2x [2 stokjes, insteken tussen de
stokjes van de voorlaatste toer =diepte], 3 lossen,
2 stokjes, insteken tussen de stokjes
van de voorlaatste toer, 3 lossen,*
Tussen ** herhalen. Eindigen met na de
top, 2 stokjes, insteken tussen de stokjes van de voorlaatste toer, 3
lossen, 2 stokjes, 3 lossen om te keren.
TOER 4.
Als toer 3. Alleen komt er aan het eind
van toer 4 een kleurwissel. Haak de 3 lossen om te keren in de nieuwe
kleur.
De 3e en 4e toer blijven herhalen.
TEN SLOTTE
Al het schrijfwerk ten spijt, ben ik
erachter dat in dit geval de originele tekening veel duidelijker is
dan welk geschreven patroon dan ook. Ook ziet het er in het begin
heel ingewikkeld uit. Het is het niet, want na twee toeren werkte ik
al uit mijn hoofd.
Patroon: 29 december 2013
Ontwerp: onbekend
Bewerking en vertaling: Willy Haarsma.