Dit is een heel simpele granny die al
hakend voor berendekens ineens ontstond.
Algemeen:
De haakwijze aan het begin- en einde
van de toer is als volgt:
Aan het begin van de toer 3 lossen voor
1 stokje, 2 lossen voor een half stokje of 1 losse voor 1 vaste. Aan
het eind van de toer een halve vaste in de 3e losse [voor een
stokje], in de 2e losse [voor een half stokje] of in de 1e losse
[voor een vaste] .Bij een kleurwissel altijd de oude draad afbreken
en de nieuwe toer op de aangegeven plaats [zoveel mogelijk in de
hoek] met de nieuwe kleur starten. Is er geen kleurwissel, dan met
halve vasten naar een plaats haken waar gestart kan worden. Het
aantal halve vasten moet wel zo weinig mogelijk zijn, want het geheel
wordt er anders niet mooier op. Deze handelingen vermeld ik niet meer
in het patroon.
Toer 1.
5 lossen, 7x [1 stokje, 1
losse] in de 1e losse. [dat is dus totaal 8 stokjes met 1 losse
ertussen]
Toer 2.
Om elke 1-lossenboog 3
stokjes met 1 losse ertussen
Dat is het rondje.
Toer 3.
4x [3 stokjes, 3 lossen, 3
stokjes =hoek] om de 1e 1-lossenboog, [1 losse, 3 stokjes, 1 losse]
om de volgende losseboog.
Toer 4. [3 stokjes, 3
lossen, 3 stokjes] in de hoeken, ertussen, 2x 3 stokjes in de
1-lossenbogen met 1 losse tussen deze clusters.
Zo kan je doorgaan tot de
gewenste grootte, steeds met 1 cluster meer aan de zijkanten.
Deze heeft een
kleurwissel in toer 3.
Voor de onderste twee
variaties is een toer extra ingevoegd. Tw:
Toer 2a. om elke
1-lossenboog 1 vaste, 4 lossen. toer 3 wordt dus gehaakt om de
4-lossenbogen.
Bij de linker is de
kleurwissel in toer 2a en bij de rechter in toer 3.
Gemaakt: 27 juli
Patroon: 27 juli
Ontwerp: Willy Haarsma.