dinsdag 1 januari 2013

Acht babymutsjes [gebreid of gehaakt]






















Gehaakt mutsje in 3 maten.
[gebaseerd op de "Flapper girl hat" van 2010 AnnaVirginia Fashion]
Ik gebruikte de lekker zachte Zeeman Soft en haaknld. 3,5
Ook heb ik het mutsje van Zeeman Melange en haaknaal 4 gehaakt. Hij wordt dan uiteraard groter.
De "60 stokjes versie" wordt met deze wol volgens mij te groot voor een babymutsje. Ook met Wibra wol en haaknaald 4,5 is het een schatje. De kleinste is dan een medium mutsje. Maar het beste is het allemaal zelf uit te proberen. Dat op zich is al een leuke bezigheid. Sommige modelletjes meerderen in het begin heel veel en stoppen abrupt. Dat maakt zo`n mutsje in mijn ogen een beetje "hoekig". Bij dit mutsje is dat niet het geval wat ik erg mooi vind.

Mutsje:
Begin iedere toer [behalve de schulprand]met drie lossen. Ik vermeld ze niet meer, en ze worden ook
niet geteld als 1e stokje.
1. magische ring of 3 lossen en de 1e losse als magische ring gebruiken.
2. 10 stokjes in ring
3. 2 stokjes in 1 stokje, hele toer [20]
4. 2 stokjes in 1 stokje, 1 stokje op 1 stokje, hele toer [30]
5. 2 stokjes in 1 stokje, 1 stokje op 2 stokje, hele toer [40]
6. 2 stokjes in 1 stokje, 1 stokje op 3 stokje, hele toer [50]
7. 2 stokjes in 1 stokje, 1 stokje op 4 stokje, hele toer [60]
Voor het grootste mutsje [omtrek 35 cm] meerderen naar 60 stokjes en daarna 7 toeren zonder
meerderen.
Voor het middelste mutsje [omtrek 28 cm] meerderen naar 50 stokjes en daarna 6 toeren zonder
meerderen.
Voor het kleine mutsje [omtrek 22 cm] meerderen naar 40 stokjes en daarna 5 toeren zonder
meerderen.
8. De schulprand: 1 vaste een stokje overslaan en in het volgende stokje 6 stokjes haken, 1 st.
overslaan en weer 1 vaste. Evt. in de voorlaatste toer meerderen of minderen naar een aantal stokjes
dat deelbaar is door 4.

Gemaakt: 15 + 16 februari 2013
Patroon: 16 februari
Ontwerp patroon: Zie boven. Bewerking en vertaling: Willy Haarsma

























BABYMUTSJE gebreid uit katoen
Op verzoek maak ik er een "officieel" patroon van. Ik heb nu eenmaal de onhebbelijke gewoontje om
nooit een patroon netjes volgens de regels na te maken. Ik gebruik ze meer als idee dan als patroon en
het vervelende is dat ik als het werk af is, ik niet meer weet wat ik gedaan heb. Meestal heb ik
helemaal geen patroon en zit het alleen maar vaag in mijn hoofd. Okee, ik weet het, het zou een
heleboel oplossen, als ik tijdens het breien meteen op zou schrijven wat ik deed, maar in mijn
enthousiasme ben ik breiend of hakend al veel verder, en loopt de boel alsnog in de soep.
Van dit oranje babymutsje wist het ik het allemaal nog op het eind. Er was gelukkig ook niet zoveel te
onthouden. De gouden regel van dikkere pennen nemen voor de zachtheid van het werk is hier ten volle
benut, want ik zou normaal nooit op pennen 4 gaan breien bij katoen nr. 8.

Hier komt hij:
Men neme een bolletje katoen nr. 8, 2 naalden nr. 4.
Zet 40 steken op en brei 10 cm. hoog in tricotsteek.
Alleen het minderen is even nadenken.
1e minderingstoer [goede kant van het werk]: 1 st. recht, 2 steken samenbreien. Op het eind van de
toer als je niet uitkomt, gewoon de steek breien.
Teruggaande toer: averecht.
2e minderingstoer: hetzelfde als toer 1.
Teruggande toer: averecht.
3e minderingstoer: alle steken 2 samenbreien.
Teruggaande toer: averecht.
Draad een afbreken [minstens 50 cm. eraan laten] en de resterende steken met een lus [dwz. de
achterste steek op de naald als eerste] op de draad zetten. Aantrekken en met dezelfde draad het
mutsje dichtnaaien.
Het is een mutsje geworden maat: Groep 2. [Sven Sterrenmutsjes]

Gemaakt: 6 februari 2013
Patroon: 7 februari 2012
Ontwerp: Willy Haarsma.


















BABYMUTSJESgebreid in de "bolletjessteek"
Bij deze breisteek is maar één ding belangrijk. Het stekenaantal moet deelbaar zijn door 3+1
kantsteek. Hoe ik aan deze steek gekomen ben, weet ik niet meer, maar ik vond hem gelukkig nog terug
in een oud breiboek, waar ik hem in de kantlijn had geschreven. Dat het boek aan mijn opruimwoedes is
ontsnapt mag een wonder heten. In het verleden heb ik hem veel gebruikt voor kleding. Ik weet echt
geen naam, dus heb ik hem maar "bolletjessteek" genoemd.

Bolletjessteek:
Het aantal steken moet deelbaar zijn door 3+1
Toer 1: [kleur 1] averecht. Dit is de verkeerde kant.
Toer 2: [kleur 1] 2 r; *omslag, 3 r, 1e steek over de 2e en 3e heen halen*, [tussen de * * herhalen] en
eindigen met 1 omslag en 2 recht. Na deze toer is er 1 steek meer op de pen. Die gaat er bij toer 4
weer af.
Toer 3: [kleur 2] averecht.
Toer 4: [kleur 2] 1 r, *3 r, 1e steek over de 2e en 3e heen halen, 1 omslag* [tussen de * * herhalen] en
eindigen met 3 r, 1e steek over de 2e en 3e heen halen, 1 r. Deze 4 toeren herhalen.

Mutsje [rood-wit]:
Wibrawol, nld. 4
Opzetaantal steken: 56 en 8 toeren boord 1 r, 1 av. [kleur 1]
Nb. omdat ik altijd voor de boord 2 r, 2 av. brei, [zie foto] begon ik met 56 steken, waarna ik in de 1e
averechtse toer van de bolletjessteek 2 steken gemeerderd heb om aantal steken deelbaar te maken
door 3+1. Boord breien: 6 of 8 toeren.
Brei tot een hoogte van 13 à 14 cm in de bolletjessteek. Stop met de bolletjes steek bij toer 2 en brei
nog een toer averecht , 1 toer recht en nog 1 toer averecht in kleur 1. De volgende toer wordt de
gaatjestoer. [2 steken recht samenbreien, 1 omslag] en daarna nog nog 4 toeren tricotsteek [=1 toer
recht op de goede kant en 1 toer averecht]. Volgende toer afkanten.
De zijnaad dichtnaaien en de draden afhechten. Een dubbele draad door de gaatjestoer rijgen. Stevig
aantrekken en vastknopen. De knoopdraden naar binnen steken en ook deze afhechten.

Mutsje [blauw/grijs/roze-wit]:
Ik gebruikte Zeeman Melange, restje wit, breinaalden 4.
Nb. omdat ik altijd voor de boord 2 r, 2 av. brei, [zie foto] begon ik met 48 steken, waarna ik in de 1e
averechtse toer van de bolletjessteek 2 steken gemeerderd heb om aantal steken deelbaar te maken
door 3+1. [50 steken]. Boord breien: 6 toeren.
Brei tot een hoogte van 10 cm in de bolletjessteek. Stop met de bolletjes steek bij toer 2 en brei nog
een toer averecht terug om aan de goede kant te beginnen met de minderingstoeren.
Toer 1: 2 st. samenbreien, 1 st. recht, toer uitbreien. [33 st.]
Toer 2: averecht
Toer 3: toer 1 herhalen [22 st.]
Toer 4: averecht
Toer 5: hele toer 2 st. samenbreien. [11 st.]
Toer 6: 1x 2 st. av. samenbreien, 4 st. averecht, nogmaals 2 st av. samenbreien, rest av. breien [9 st.]
Draad afbreken en door de resterende 9 steken halen. Aantrekken en afkanten. Mutsje dichtnaaien en
overige draden wegstoppen.
Deze twee mutsjes zijn "kant en klaar", maar met andere wol, een ander aantal steken en een andere
dikte breinaalden zijn de mogelijkheden eindeloos. Ook kan je bijv. bij het tweede mutsje de laatste 9
steken nog zo`n 30 toeren doorbreien en de sliert knopen

Gemaakt: 14 januari 2013 [rood-wit], 4 februari 2013 [blauw/grijs/roze-wit]
Patroon: 14 januari 2013 [herzien 4 februari2013]


                                                                                                                                                                 















GEHAAKT BABYMUTSJE
Ik vond hem in de tl van Sven`s Sterrenmutsjes, waar Nellie Hulsebos-Meij het mutsje gehaakt
had via een amerikaanse tutorial op You Tube, gemaakt door Yolanda Soto-Lopez.
Ik heb mijn eerste mutsje ook via dat filmpje gehaakt en vind hem zo fantastisch dat ik graag een
hollandse beschrijving hiervan wil maken. Hopelijk kom ik hiermee niet in de problemen met de
maker. http://www.youtube.com/watch?v=5MrNaiwmv2s

Ik heb gebruikt:
1 bolletje Zeemanwol Soft, restje wit en haaknaald 3.5.

Wat tussen * * staat herhalen in de hele toer
Toer 1: ketting van 4 lossen met een hv sluiten.
Toer 2: 3 lossen [telt voor het 1e stokje] en 11 stokjes in de ring [12],
Toer sluiten met 1 hv in de 3e losse.
Toer 3: 3 lossen [telt voor het 1e stokje] en nog 1 stokje op dezelfde plek, *op elk stokje 2
stokjes haken * [24], toer sluiten met 1 hv in de 3e losse
Toer 4: 3 lossen [telt voor het 1e stokje] en nog 1 stokje op dezelfde plek, *op elk stokje 2
stokjes haken * [48], toer sluiten met 1 hv in de 3e losse
Toer 5: 3 lossen, 1 v tussen de het 3e en 4e stokje van de vorige toer. * 3 lossen, 3 stokjes van de
vorige toer overslaan, 1 v. tussen de stokjes *, zo de toer uithaken
Toer 6, 1 hv. om de losseboog, 3 lossen voor het eerste stokje, 2 stokjes om de 1e lossenboog,
* 3 stokjes om elke losseboog*, toer sluiten met 1 hv in de 3e losse
Toer 5 en 6 herhalen tot de gewenste hoogte. Bij toer 5 hoef je nu geen stokjes te tellen, maar
de vasten komen tussen de "stokjesblokken" van 3 stokjes.
Slottoer: [na de stokjestoer] 1 picootje [3 lossen, 1 half stokje en daarbij insteken in de 1e losse
van de 3 lossen] 1 v. tussen de 3 stokjesblokjes. Zo de toer uithaken.

Gemaakt: 3 februari 2013
Patroon: 3 februari 2013
Ontwerp: zie boven,
Vertaling en bewerking:Willy Haarsma


















BABYMUTSJE, gebreid in de "bolletjessteek"
Gelijk met het breien van de mutsjes voor de MutsenMmarathon is ook leuk om allerlei breisteken uit te
proberen. Hoe ik aan deze steek gekomen ben, weet ik niet meer, maar ik vond hem gelukkig nog terug in een oud breiboek, waar ik hem in de kantlijn had geschreven en dat zowaar aan mijn opruimwoede is ontsnapt. In het verleden heb ik hem veel gebruikt voor kleding. Ik weet echt geen naam, dus heb ik hem maar "bolletjessteek" genoemd.

Bolletjessteek:
Het aantal steken moet deelbaar zijn door 3+1
Toer 1: [kleur 1] averecht. Dit is de verkeerde kant.
Toer 2: [kleur 1] 2 r; *omslag, 3 r, 1e steek over de 2e en 3e
heen halen*, [tussen de * * herhalen] en eindigen met 1 omslag en 2 recht. Na deze toer is er 1 steek meer op de pen. Die gaat er bij toer 4 weer af.
Toer 3: [kleur 2] averecht.
Toer 4: [kleur 2] 1 r, *3 r, 1e steek over de 2e en 3e heen
halen, 1 omslag* [tussen de * * herhalen] en eindigen met 3 r, 1e steek over de 2e en 3e heen halen, 1 r. Deze 4 toeren herhalen.

Mutsje:
Wibrawol, nld. 4
Opzetaantal steken: 56 en 8 toeren boord 1 r, 1 av. [kleur 1]
Nb. omdat ik altijd voor de boord 2 r, 2 av. brei, [zie foto] begon ik met 56 steken, waarna ik in de 1e
averechtse toer van de bolletjessteek 2 steken gemeerderd heb om aantal steken deelbaar te maken
door 3+1.
Brei tot een hoogte van 13 à 14 cm. Stop met de bolletjes steek bij toer 2 en brei nog een toer
averecht, 1 toer recht en nog 1 toer averecht in kleur 1. De volgende toer wordt de gaatjestoer. [2
steken recht samenbreien, 1 omslag] en daarna nog nog 4 toeren tricotsteek [=1 toer recht op de goede
kant en 1 toer averecht]. Volgende toer afkanten.
De zijnaad dichtnaaien en de draden afhechten. Een dubbele draad door de gaatjestoer rijgen. Stevig
aantrekken en vastknopen. De knoopdraden naar binnen steken en ook deze afhechten.

Gemaakt: 14 januari 2013
Patroon: 14 januari 2013
Ontwerp mutsje: Willy Haarsma


BABYMUTSJE gebreid in de neppatentsteek
Materiaal: rest Zeeman Royal, nld. 3,5
Neppatentsteek:
Een aantal steken deelbaar door 4+1
Toer 1. 1 r; * 3 r; 1 av *, [tussen de * * herhalen]
Toer 2. 2 r; * 1 av; 3r *, [tussen de * * herhalen] en eindigen met 1 av; 2 r.
Deze 2 toeren herhalen.
Deze steek maakt ahw. banen van 3 st. ribbelsteek, afgescheiden door 1 st. tricot. De banen
verspringen precies in het midden ten opzichte van de voor en achterkant.Deze steek breit sneller op
als de gewone patentsteek omdat je daarbij een toer lager insteekt.
Mutsje:
Voor het babymutsje heb ik: 61 steken opgezet en geen boord gebreid. Ik ben meteen met de
neppatentsteek begonnen.
Bij een hoogte van ca. 13 cm. een gaatjestoer breien. Dit is, 2 steken recht samenbreien, 1 omslag, zo
de hele toer breien. Nog 4 toeren neppatentsteek breien en in de volgende toer alle steken afkanten.
De zijnaad dichtnaaien en de draden afhechten. Een dubbele draad door de gaatjestoer rijgen. Stevig aantrekken en vastknopen. De knoopdraden naar binnen steken en ook deze afhechten.

Gemaakt: begin januari 2013
Patroon: 13 januari 2013
Ontwerp mutsje: Willy Haarsma





















BABYMUTSJE met bloem

Het mutsje is met halve stokjes gehaakt.
Elke toer is doorgehaakt zodat je geen naad ziet.
Patroon is gebaseerd op werken met haaknaald 4. Hoeveel wol of katoen nodig is
hangt af van het materiaal.
Beschrijving:
Begin met 4 losse en de ring sluiten met 1halve vaste
Toer 1:
12 halve stokjes in de ring
Toer 2:
2 halve stokjes in elk halfstokje van de vorige toer (totaal 24 steken)
Toer 3:
1 half stokje en 2 halve stokjes in dezelfde steek, dit herhalen (totaal 36 steken)
Toer 4:
1 half stokje in elke steek (totaal 36 steken)
Toer 5:
1 half stokje, 1 half stokje, 2 halve stokjes in dezelfde steek, dit herhalen (totaal 48 steken)
Toer 6 - 20 [evt.22]
spiraalsgewijs halve stokjes haken.
[Alternatief: als je met een dunnere haaknaald bezig bent of het mutsje toch te klein uitvalt
haak dan toer 6 als volgt: 5 halve stokjes op de hst, dan 2 hst. in het volgende hst. [totaal 56
steken] Toer 7 - 20 [evt.22] spiraalsgewijs halve stokjes haken]
Nb: markeer het begin van de spiraal. [een draadje van een andere kleur, oid]
Toer 21 [23 of de gewenste grootte]:
vasten haken of afwerken met een vasten reverse, dus vasten in zijn achteruit voor een nog mooier
randje. Ook is het mogelijk het werk om te draaien en de vastentoer op de verkeerde kant te werken.
Dan wordt de rand bij een omgeslagen rand mooier.

Bloemetje
Toer 1.
magische ring en 12 vasten in de ring.
Toer 2.
6 boogjes maken van [2l., 1 st. overslaan 1 v*], beginnen met 3l.
=1 losse voor de 1e v en 2lossen voor het eerste boogje
Toer 3. [andere kleur]
in de boogjes, 1v, 4 stokjes.
Ik ben uitgegaan van het basispatroon ontvangen via de actie mutsjes voor India, de maker is
onbekend, maar die was geinspireerd door het filmpje van Theresa Richardson:
Baby Crochet Cap with Earflap Option - The Hat
Kijk hier voor de video instructie http://www.youtube.com/watch?v=h43jSGa6kSA

Gemaakt: februari 2012
Patroon: 30 september 2012
Berwerking en ontwerp: Willy Haarsma