vrijdag 15 maart 2019

Brei-uitdagingen

Het lijkt wel lente in mijn lijf. Ik heb al minstens een maand opruimkriebels. Hoewel? Ik kan het eigenlijk allang heel moeilijk hebben, als er personen of dingen op mij liggen/zitten wachten. Op het moment is mijn wolvoorraad het slachtoffer. Ik had last van een grote plastic bak met wolletjes, die nog steeds op een doel lagen te wachten. Omdat het berenhaken in de ijskast is geplaatst, wat na 298 beren niet zo onlogisch is, hebben ineens een heleboel bolletjes geen doel meer. Kijk en daar zit hem nou net het probleem. Dat worden dus doelloze bolletjes, die in mijn ogen gewoon maar liggen te liggen, waar ik dus niet tegen kan. Lastig!.

Daar het hele haken door allerlei persoonlijke besognes een beetje vastliep, ben ik gaan breien. Ik had niet verwacht ooit het breien weer op te pakken, maar ja, mijn handen moesten toch iets te doen te hebben tijdens het tv kijken, want anders rolde ik, zelfs tijdens de meest interessante tv-programma`s, voordurend in slaap en bleef ik terugspoelen. Ik dook in de wolletjesbak en combineerde wat kleuren en breide een dikke dubbeldraadse trui. Dat ging snel en was in de kortste keren af. Eigenlijk niet zo slim, zo`n enorm warme trui, want de temperatuur begint alweer wat hoger te worden en is dus momenteel veel te warm. Nou ja, er komt geheid wel weer een nieuwe winter aan, waarin ik hem wel nodig zal hebben.

Toen dook ook dochter Suzanne in haar wollenbak. Die had nog veel meer, dus heb ik voor haar ook nog maar zo`n dikke dubbeldraadse trui gebreid, die even snel af was en waarschijnlijk ook tot volgend jaar moet wachten om gedragen te worden. Echter zij had nog meer. O.a 8 bollen fenna, waarvan ze geen idee had, wat ze er mee kon doen. Ze dumpte die ook maar bij mij en ook daarvan heb ik een trui gebreid. Erg mooi, maar of die in het dragen ook zo praktisch is, daar zet ik zo in mijn twijfels bij.


Intussen ging ik als een speer en belandde weer in mijn eigen wollenbak. Hij was al aardig geslonken, maar zo te zien had ik nog wel genoeg om nog een trui te maken. Dat werd een uitdaging! Punt 1 was slim omgaan met de beschikbare wol en punt 2 was dat het nog een beetje mooi moest worden ook. Ik raapte alle gebroken wit, rood en roze van Saskia wol en een donker geel van Zeeman bij elkaar en bekeek de voorraad. De beide bollen rood waren niet exact hetzelfde, maar ja, dat moest dan maar. Door de ene bol in de mouwen en de andere in de panden te verwerken, zou je het nauwelijks zien. Ook het gebroken wit was een beetje twijfelachtig, maar ala, ik moet niet zeuren. Uit voorzorg heb ik eerst de mouwen [tegenlijk] gebreid, want door de meerderingen is het onmogelijk om in te schatten hoeveel wol ik daarvoor nodig zou hebben. Toen de panden. Omdat daarin geen meerderingen meer voorkomen, kon ik de draadlengte van 1 toer meten wat me enorm zou helpen, met het uitkienen van de wol. Ondanks dat, breide ik die panden, per baan tegelijk op, zodat ik bij een tekort aan wol, hooguit twee banen van 10 toeren zou moeten uittrekken.



Nu was ik op het keerpunt. Het banenpatroon van de mouwen en de panden is tot nu toe hetzelfde. Echter de mouwen zijn maar 44 cm lang, dus ook de panden zijn nu ongeveer die lengte. Nu komt de grootste uitdagen. Met de resterende wol moet ik nog ruim 30 cm breien per pand, en ik heb geen idee hoe ik dat zal moeten gaan aanpakken. Ik heb nog vrij veel geel en gebroken wit, maar of het genoeg zal zijn? Ook zal ik de beide kleuren rood op één of andere manier moeten verwerken, want die kleur zal toch wel de boel een beetje moeten opfleuren. Haha, ik ben er nog niet uit, maar dat komt gerust nog wel. 







20 maart 2019

Hij is af. Ik heb nog zat over en mijn berekeningen waren prima. Helaas zijn de mouwen een beetje kort, maar dat mag de pret niet drukken. Beter dan te lang, want dan hangen ze overal in. Ik heb hem meteen aangetrokken, waardoor hij “gewoon” bij mijn kledingvoorraad is gaan wonen.