zondag 21 april 2019

Mijn granny ochtendjas -- Het patroon




Vooraf:
Ik heb geprobeerd het zo duidelijk mogelijk op te schrijven, maar toch wordt er nog veel van het improvisatietalent van de maker zelf verwacht. Daarom raad ik het patroon aan voor een iets meer gevorderde haker.

Algemeen:
Lees ook mijn blog, daar staat ook de nodige informatie in.
–-Voor het 1e stokje van de toer maak ik 2 lossen.
–-Ik sluit de toer met 1 halve vaste in de 2e beginlosse en ga dan met halve vasten naar de eerste losseboog.
–-Een cluster is een groepje van 3 stokjes. In het patroon is het cl.
–-De eerste cluster aan het begin van de toer is [2 lossen, 2 stokjes]
–-Alle clusters worden gehaakt in de 1- of 2-lossenbogen tussen de clusters van de vorige toer.
–-Tussen de clusters komt altijd 1 losse, behalve in de hoeken, daar komen 2 lossen.
Dit vermeld ik niet meer in het patroon.

VIERKANT
1. 3 lossen
2. 4x [cl, 2 lossen], in de 1e losse.
3. 4x [cl, 2 lossen, cl], 1 losse, Dit worden de hoeken.
4. 4x [cl, 2 lossen, cl]=hoek, 1 losse, 1 cl. 1 losse en weer een hoek.
Toer 4 herhalen. In elke volgende toer komt er 1 cluster bij.

Voor de panden haakte ik een vierkant met 5 cluster aan de zijkanten [incl. 1 cluster van beide hoeken] en voor de mouw met 4 clusters aan de zijkanten. De mouwvierkanten heb ik iets kleiner gemaakt, dat kwam voor mij beter uit.
Hoeveel vierkanten je nodig hebt, hangt uiteraard van de maat af. Het komt allemaal niet zo erg nauw, maar als leidraad geef ik dit advies. Het belangrijkste zijn de pand- en mouwbreedte. Neem een lekkere slobbertrui, leg hem op de grond en meet deze maten. Pas wel op dat als je een trui meet door hem plat op de grond te leggen, je de halve breedte/lengte meet. Mijn maten waren voor de mouw 2x25 cm. en voor het panden 2x70 cm. De lengtes zijn minder belangrijk. Maak in ieder geval de mouw niet te lang, want hij is door de vierkanten erg breed, zodat je er later nog een strook aan kan haken met flink wat minderingen. Dat leg ik later nog wel uit. Voor de pandlengte reken ik ca. 50 cm. onder de mouw, maar dat mag natuurlijk veel langer. Mijn jas komt zelfs tot halverwege mijn kuit.

In totaal maakte ik de mouwen 5 vierkanten breed en 3 vierkanten lang =15x2=30 vierkanten, het achterpand 5 vierkanten breed en 8 vierkanten lang =40 vierkanten, de voorpanden 2 vierkanten breed en 8 vierkanten lang =16x2=32 vierkanten. Later heb ik de middelste 2 aan de bovenkant vervangen door halve vierkanten, om een mooie hals te maken. Dus dat waren er uiteindelijk maar 30.
Wie goed leest ontdekt dat ik bij de beide voorpanden maar vier banen breed heb gemaakt. Voor het achterpand had ik er vijf en dat is moeilijk in tweeën te delen. Ik ga dat later met stroken oplossen.

HALF VIERKANT
Voor de hals heb ik dus een half vierkant gehaakt [ahw doorgesneden op de diagonaal].
1. 3 lossen, hv in de 1e losse
2. 4 lossen, [cl, 2 lossen, cl]=hoek, 1 losse, 1 dub.st. in de ring, keren
3. 4 lossen, cl [na het dub.st], 1 losse, [cl, 2 lossen, cl]=hoek, 1 losse, cl, 1 losse, 1 dub.st, keren
Ook hier komt steeds een cluster bij aan de zijkanten.
Dus steeds eindigen met 1 losse en 1 dub.st. en na het keren beginnen met 4 lossen.
Maak de zijkanten met net zoveel clusters als de vierkanten. Ook deze worden later omgehaakt met de hoofdkleur. Dat is aan de schuine zijde wel even oppassen en een beetje uitproberen hoe het netjes uitkomt. Ook bij het in elkaar haken speelt dat probleem. Daar kan ik helaas geen kant en klare oplossing voor geven.


IN ELKAAR ZETTEN

Allereerst heb ik in de kleur waarmee ik ook de vierkanten aan elkaar zou gaan haken nog een extra toer gehaakt aan alle vierkanten. Het aan elkaar haken is simpel. Leg 2 vierkanten met de achterkant tegen elkaar aan en begin in de hoek met 2 vasten. Haal de draad door beide lagen. Daarna 1 losse en 3 vasten in de volgende lossenboog. Ga zo door tot de volgende hoek. Daarin weer 2 vasten, pak de volgende twee en ga door met de volgende twee vierkanten. Zo haak je alle vierkanten aan elkaar. Ook op de haakrichting heb ik gelet. Ik heb van boven naar beneden gehaakt en de toeren in de breedte heb ik wat minder aandacht aan besteed. Als alles aan elkaar zit, kan je eigenlijk pas iets gaan passen. Blijkt het allemaal een beetje krap [zoals bij mij] kan je er vanalles tussenzetten of aanhaken. Alles is mogelijk. Ik heb de onderstaande baan vanalles gedaan.

TUSSENBANEN

Nodig zijn ze natuurlijk niet, hoewel, als je een middenbaan tekort komt aan de voorkant moet het zeker. De lengte van de banen leidde ik af aan het aantal clusters wat aan de zijkanten van de panden en mouwen zaten. Dat was bij de schuine zijde van het halve vierkant even improviseren.

Patroon baan:
1. 7 lossen,
2. 3 stokjes in de 3e, 4e en 5e losse vanaf de haaknaald, 1 losse, 1 stokje in de 1e losse, keren,
3. cl, 1 losse, cl.
4. 4 lossen, cl. 1 losse, 1 st. tussen het 2e en 3e stokje van de vorige toer
Toer 3 en 4 steeds herhalen tot de gewenste lengte.
5. Met de hoofdkleur heb ik ook deze banen helemaal omgehaakt. 1 cluster in de "gaten" en 1 losse ertussen. In de hoeken [cl. 2 lossen, cl.]

Ikzelf heb banen gemaakt langs de zijkanten van het achterpand en de beide voorpanden. Voor het midden heb ik dezelfde banen gemaakt [dubbel] helemaal van onder tot in de nek. Ook de ceintuur is van hetzelfde patroon. Die maakte ik ook dubbel.  


Aan de uiteinden van de mouw heb ik drie toeren gehaakt van clusters van halve stokjes. Ook liet ik de lossen tussen de clusters weg om de mouw iets smaller te maken. Helaas lukte dat maar ten dele en heb ik er uiteindelijk elastiek in geregen.

Het kleine lusje mislukte totaal, dus heb ik dat hier niet beschreven. 13 lossen van een dubbele draad bracht uitkomst. Tot slot heb ik nog een vastentoer aan de onderkant van de jas gehaakt. Dat werden dus “clustervasten” met 1 losse ertussen. Hopelijk heb ik alles beschreven, want het was nogal wat. Als je er niet uitkomt, kunnen de foto`s misschien nog helpen. Er staan er verschillende op de blog en ook nog in dit patroon.

Succes!


Gemaakt: maart/april 20191
Patroon: 21 april 2019
Ontwerp: Willy Haarsma