Mijn tweede blog

Dit is de blog waarop ik al mijn creativiteit kwijt kan. Was het eerst borduren en breien, nu is het alleen nog maar haken waarmee ik op dit moment bezig ben.
Ook schreef ik vele stukjes over mijn jeugd, gezin en allerlei andere zaken waarover ik iets kwijt wilde. Omdat ik die liever niet tussen mijn haakverhalen had staan, opende ik daarvoor een aparte blog. Tw. Avalon`s blog:
http://avalon045-avalon.blogspot.com/

This is my creative blog. First embroidery and knitting, now it`s all crochet. The little stories I wrote and write about my youth, family and all other things I want to write about are on my other blog called "Avalon". [see link above]. I am sorry these are just in Dutch, but if you are very curious just try Google translate.
According to this blog, it`s impossible to translate all the stories about my work. But I try to start translating the patterns. You can find the translations under the label "english pattern" . Up till now there are just seven, but I try to make more in the future.

dinsdag 20 oktober 2020

Terugkeer in "Knuffelland"

Hoewel het ons sinds maart al sterk wordt afgeraden om te knuffelen, ben ik weer terug in knuffelland. Overal had ik mijn nieuwe knuffels al laten zien, maar op mijn op mijn blog schitterden ze nog door afwezigheid. Vandaag post ik dus geen haakpatroon, maar alleen een verhaaltje over, hoe dochter Ingrid, mij weer een beetje wakker schudde uit mijn coronadip. Een maand of wat terug vond zij de fb-groep "Haaksters van Zaanse troost", een goed doel tw. "Zaanse troost", die troostknuffels haakt en verzamelt voor kinderen die in het ziekenhuis, geprikt moeten worden. Toen was het alleen nog in het Zaans Medisch Centrum, maar het kan best, dat het intussen is uitgebreid.



Na een hectisch jaar, was mijn productie tot op het nulpunt gedaald. Door de ziekte van mijn echtgenoot en corona was er behalve een stuk of wat "ziekenhuis-beertjes" [in mei] en een heleboel gebreide truien [waarbij ik zo lekker kon Netflixen] weinig uit mijn handen gekomen en nu ik moest ik van mijzelf eigenlijk, ook maar weer eens aan de gang. Het doel klikte en ik dook wat aarzelend in mijn patronenfile.

Extra leuk bij haken voor dit doel is dat ik nu redelijk onbeperkt knuffels kan haken. De grootte is natuurlijk nog wel een dingetje, maar dat lost zich snel op. Te groot kost veel te veel materiaal, dus blijven ze vanzelf wel op een redelijke formaat. Dat was in mijn Berendekenstijd wel anders, niet wat de grootte betreft, maar de naam zegt het al. Het was uiteraard beperkt tot beren en ik haakte er zo`n 300 voor hen in ca. 3 jaar tijd. Zo gek is het dus niet, dat ik nu maar even iets anders zoek. De vijf die ik nog over had uit die tijd, zijn intussen al naar Zaandam afgereisd. De hieronder staande drie knuffels zijn van een nieuwe leg.



Hard zal ik niet gaan, maar aangezien dochter Ingrid gaat als een speer, zullen er, als de tweede coronagolf een beetje is uitgeraasd, wel weer wat vanuit het Westfriese naar Zaandam afreizen. Veel puf heb ik momenteel nog niet, maar ik ben wel blij, dat ik weer terug ben ik knuffelland.


zaterdag 17 oktober 2020

Heee, die ken ik

[4 juni 2020]
Hoe grappig kan het gaan. Al tijden zet ik mijn "ontwerpen" op mijn creablog en soms op pinterest. Nou ja, "ontwerpen" vind ik wel een erg groot woord, het modelletje rolt eigenlijk vanzelf uit mijn haaknaald en daar hoef ik meestal weinig voor te doen. Vaak begin ik met iets wat ik op een foto heb gezien en soms start ik met een patroon. In het laatste geval, ga ik al vrij gauw mijn eigen weg en wordt het resultaat heel anders dan het zou moeten worden. Dat vind ik nou juist zo leuk. Als het resultaat van al die probeersels, het waard is, om wat meer mee te doen, probeer ik het zo goed mogelijk op patroon te zetten, zodat een ander er ook plezier aan kan beleven. En natuurlijk, als er een bron is, zet ik die erbij.

De reacties, op deze blog heb ik uitgezet. Niet, omdat ik ze niet wil, maar omdat ik ze stomweg vergeet en er dus nooit op reageer. Een beetje slordig, ik weet het, maar ik wil iemand, die zo aardig is, hier te reageren, niet teleurstellen. Op de blog staat een link naar fb, daar zie ik de ze wel.

De reactie zijn wisselend. Van een "Oh wat leuk" tot een "verwijderde post in een Amerikaanse haakgroep". Dat laatste vond ik best vervelend, en ben ik natuurlijk gaan informeren, waarom men dat had gedaan. Het bleek dat men vond, dat ik mijn werk zat te promoten. Nou in zekere zin, hadden ze natuurlijk gelijk, maar promoten vond ik wel een heel groot woord. Ik kon kletsen wat ik wilde, maar mijn visie, tw. een ander een leuk idee of patroon te bezorgen, ging er niet in. Ik zou het hebben begrepen, als ik betaalde patronen erop had gezet, maar nee, ook dat argument, trok hen niet over de streep. Maar goed, er gebeuren wel meer rare dingen in fb-land en uiteindelijk heb ik er maar eens hartelijk om gelachen. Er zijn ergere dingen op de wereld, dan een gewiste post op fb. Dan maar niet, ja... jammer dat wel. Toch ben nog steeds lid van die groep, ik kijk er zelden op, maar uit nieuwsgierigheid, kan ik het af en toe niet laten. Doch, er iets opzetten, dat doe ik niet meer.


De meeste reacties zijn gewoon leuk of zinvol. Ik ben blij, als men fouten uit mijn patronen haalt en het leukste is als men foto`s plaatst van "mijn werk" [zeker met een link naar de blog]. Echter tot mijn
verrassing kan het ook zo. Raar hoor, als je nietvermoedend en totaal onverwachts, werk van jezelf op het scherm ziet verschijnen. Vooral zo, als op onderstaande foto, dat is helemaal te gek!




Een paar dagen geleden vond ik weer twee modelletjes van mij ergens op een verzamelsite. Beide verwijzen, zoals ik constateerde rechtstreeks met een link, naar mijn blog. Leuk en met veel plezier voeg ik deze hieronder toe.




maandag 12 oktober 2020

Knuffelbeertje en -popje

.



BEERTJE

Dit knuffelbeertje heb ik afgeleid van een knuffelkonijntje ontworpen door Lucia Lanukas. https://www.ravelry.com/patterns/library/oso-donato-amigurumi

Het beertje wordt in een spiraal gehaakt, dus gewoon doorhaken en geen toeren afsluiten. 

POOTJES [2x]:
1. magische ring met 6 vasten [6]
2. in elke vaste 2 vasten haken [12]
3. 6x [1 vaste, 2 vasten in 1 vaste] [18]
4. 6x [2 vasten, 2 vasten in 1 vaste] [24]
5-16. 24 vasten 
Draad afbreken [niet te kort, want daarmee naaien we het gaatje,  wat kan ontstaan daar, later dicht] en een steekmarkeerder of veiligheidsspeld door de laatste steek halen.   
Maak het tweede pootje net zo, maar breek de draad niet af. 

Tip-1: Om de overgang van de twee pootjes naar het lijf te maken, is het verstandig, om hier bij de aansluiting van de pootjes en het lijf,  geen kleurwissel te maken. Hou de boel in één kleur, zodat eventuele minder regelmatige steken minder opvallen.  

LIJF:
Verbind met een steekmarkeerder of een veiligheidsspeld de twee laatste steken van elk pootje aan elkaar en ga met het pootje waar de draad nog aan hangt verder door. Eerst rond het pootje waar de draad nog aanhangt 23 steken [2 vasten in de laatste steek van het eerste pootje] daarna oversteken naar het tweede pootje en dan rond dat pootje 23 steken haken [ook 2 vasten in de laatste steek]. De eerste steek van deze lange toer wordt de eerste steek van de ronde. Markeer deze, zodat je weet, waar de toer begint.  Ga met deze 48 steken in het rond verder met het lijf.  
Haak voor het lijf 20 toeren vasten.  De kleurwisseling heb ik gemaakt aan het eind van de 3e toer. 
21.  6x [6 vasten, 2 vasten samenhaken] [42]
22. 6x [5 vasten, 2 vasten samenhaken] [36]
23. 6x [4 vasten, 2 vasten samenhaken] [30]
Nu eerst het beertje voorzover mogelijk opvullen, snuit erop naaien [klein beetje vullen] en veiligheidsogen bevestigen. [Zie foto]
24. 6x [3 vasten, 2 vasten samenhaken] [24]
25. 6x [2 vasten, 2 vasten samenhaken] [18]
26. 6x [1 vaste, 2 vasten samenhaken] [12]
27. 6x [2 vasten samenhaken] [6] 
afhechten, en het gaatje met de draad afsluiten.
Voordat het gaatje al te klein wordt heb ik evt. nog wat vulling erbij gedaan .

Tip-2: Sinds een paar dagen ontdekte ik de "onzichtbare" mindering. Neem van de twee vasten die moeten worden samengehaakt alleen de twee voorste lusjes op en haak die als één vaste af. Dat scheelt een heleboel gaatjes. 

SNUIT: 
Als pootjes t/m toer 4 en dan toer 5, 6x [3 vasten, 2 vasten in 1 vaste] = 30 steken.  

OREN;
Als pootjes t/m toer 4.  Toer 4 nog 4x herhalen, zodat er 5 toeren van 24 vasten zijn. De oren dubbel vouwen en met de open kant op het lijf naaien. 
---------------------------------------------------------------

POPJE
Tot zover het patroon wat ik opstelde op 3 februari 2005. De "poppetjesversie", waarvan hieronder mijn bewerking staat, kwam ik later tegen op een foto. 

Het popje is t/m toer 18 [van de serie van 20 van het berenlijf] hetzelfde. 
Daarna:
19.  6x [6 vasten, 2 vasten samenhaken] [42]
20. 42 vasten
21. 6x [5 vasten, 2 vasten samenhaken] [36]
22. 36 vasten
23. 6x [4 vasten, 2 vasten samenhaken] [30]
24. 30 vasten
Nu eerst het beertje  voorzover mogelijk opvullen en veiligheidsogen vastzetten, volgens de foto,  tussen de 17e en 18e toer.  Mond en neus erop borduren. 
25. 6x [3 vasten, 2 vasten samenhaken] [24]
26. 6x [2 vasten, 2 vasten samenhaken] [18]
27. 6x [1 vaste, 2 vasten samenhaken] [12]
28. 6x [2 vasten samenhaken] [6] 
afhechten, en het gaatje met de draad afsluiten.
Voordat het gaatje al te klein wordt heb ik evt. nog wat vulling erbij gedaan .

HAREN:
Een sliert van 23 lossen. In de 3e losse vanaf de haaknaald 3 stokjes haken. 
3 stokjes haken in alle volgende 19 lossen. [60 stokjes].  De spiraal gaat vanzelf kronkelen. Ik maakte er 8. 

Afwerking: Knoop de beide draden van de spiraal met twee knoopjes bij elkaar. Rijg ze met behulp van die knoopjes aan een draad, waarmee ze allemaal tegelijk vastgenaaid kunnen worden op de bovenkant van het hoofd, in de cirkel van 6 vasten van de laatste toer.  De uiteinden van de draden na de knoopjes heb ik op ca. 4 cm afgeknipt en ook als haren laten hangen. 



Bewerking beer: 3 februari 2015
Door: Willy Haarsma 
Bewerking popje: 12 oktober 2020
Eveneens door: Willy Haarsma

donderdag 13 februari 2020

Akte K

Dit verhaaltje postte ik op mijn andere blog, maar omdat het toch wel veel te maken heeft met handwerken en creativiteit zet ik het ook op deze blog.

Af en toe is het best leuk om een even weg te dromen in mijn digidagboek. Het stukje over mijn secretaresseopleiding bij Schoevers lezende, ontdek ik dat ik bijna over al mijn opleidingen in heb verteld, maar ook, dat ik eentje vergeten ben. Dat is niet zo verwonderlijk, want deze deed ik pas veel later. Na mijn lagere school, MMS en Schoevers, heb ik in 1981 de opleiding akte K gedaan, zodat ik als "handwerkjuf" op de lagere school, les kon gaan geven.

Deze opleiding deed ik met de achterliggende gedachte, dat er bij kinderen op school veel te weinig aandacht werd besteed aan vrijetijdsbesteding. De mensen kregen steeds meer vrije tijd en er is, ook volgens mij, een deel van de mensheid, die dat totaal niet weet in te vullen. Niet dat ik nou meteen de illusie heb, dat ik met dat handwerken het probleem heb opgelost, maar misschien helpt het een klein beetje, om sommige mensen toch een fijne vrijetijdsbesteling aan te reiken.

Die opleiding, was zo gezegd, maar echt niet, zo gedaan. Ik moest mijn drukke gezin, met drie kinderen achterlaten, en per fiets, trein en te voet, 1x per week naar Alkmaar en terug. De PA [pedagogische academie] , was een imposant gebouw in de buurt van de Westerweg, wat ik, zonder resultaat, op Maps heb proberen terug te vinden, maar het was een kwartiertje lopen van het station. Ik vond de opleiding, die bestond uit de vakken didactiek, breien/haken, borduren en naaien, niet echt zwaar. De ladingen huiswerk daarentegen, hielden me wel aardig bezig. Iedere week een brei/haak-, borduur- en naaiopdracht, waarvan ik altijd probeerde iets nuttigs te maken. Vaak waren dat dan ook nog eens heel vrije opdrachten, waarbij ik mijn voorraad fantasie aardig moest aanspreken.

Het vak naaien was een regelrechte ramp en duidelijker dan in een stukje, dat alleen in mijn digidagboek staat, kan ik het niet verwoorden. Vandaar dus even een citaat: “Naaien was beslist mijn favoriet niet en zelfs nu nog, als ik mijn naaimachine voor mij heb staan, besluipt mij het ongelofelijk katterig gevoel, om dat apparaat meteen het raam uit te gooien. Een onverklaarbare kippevel krijg ik van dat ding. Heb ik net een stuk gestikt [het woord alleen al] blijkt dat de onderdraad gebroken is en verandert het werk, waar ik intussen ook de spelden hebt uitgehaald, in een losse bende of ik ontdekt dat er allemaal lussen aan de achterkant van het werk zitten, vanwege een verkeerde spanning. Een andere hinderlaag kan zijn dat je een stuk van het werk hebt meegenaaid wat niet moest, en ga zo maar door, ik heb een ruime ervaring met dat gehannes. Sterker nog, als ik eenmaal begin met klunzen, dan houdt het niet op”.


Maar breien, haken en borduren was leuk. Dat deed ik graag en zag er beslist niet tegen op om van de opdracht, nuttige dingen te maken. Een goed voorbeeld daarvan is het enige werkstuk, wat nog op foto is terug te vinden. De exacte opdracht weet ik niet meer, maar het zal zoiets geweest zijn in de trant van "Maak je portret met lapjes". Dat ik er dan een tas van heb gemaakt, was mijn eigen idee, want het portret alleen op een losse lap zou waarschijnlijke wel voldoende zijn geweest. Dit tikkende, moet ik eigenlijk wel lachen, dat het juist een naaiopdracht is, waarvan ik een voorbeeld geef, gezien het bovenstaande gemopper.

Na een jaar flink aanpoten, kwam dan in juni het eindexamen. Voor het gemak, moest ik daarvoor helemaal naar Rotterdam. Niet echt fijn, , want vanzelfsprekend al behoorlijk gespannen, moest ik er nog eens ver voor reizen naar een totaal onbekende bestemming. Maar goed, ik ben er gekomen en beter nog, ik slaagde nog ook, ondanks de vette 4 voor mijn naaiwerk. Heel lief kwam Karel met de kinderen in de middag ook naar Rotterdam, die een enorm opgeluchte vrouw en moeder, ophaalden en mee naar huis konden nemen. Nog jaren daarna, als we langs Rotterdam reisden, zag ik vanuit de trein, dat bewuste schoolgebouw langs het spoor, wat me iedere keer weer herinnerde aan die spannende dag, dat ik daar eindexamen deed.

Toch heeft mijn harde werk weinig opgeleverd. Ik heb helaas nooit voor de klas gestaan, want juist in dat jaar begon men met het drastisch bezuinigen op vakleerkrachten. En ja, natuurlijk ging gymnastiek voor, dus werden de vakleerkrachten in andere vakken heel snel wegbezuinigd. En om als gediplomeerde hulpmoeder te fungeren, dat had ik geen zin in. Toch was de opleiding beslist niet voor niets. Ik heb er veel extra haak-, brei- en borduurtechnieken geleerd, die me later heel goed van pas zijn gekomen. Niet altijd tot volle tevredenheid van mijn kinderen, maar ja, ach, die moeten niet zeuren, want ik moest toch wat, met het geleerde, mijn fantasie en mijn vrije tijd.

zondag 2 februari 2020

Breien met restjes


Het is een superformule, of liever gezegd, ik vind het een superformule. Heerlijke dubbeldraadse dikke truien breien en meteen je kast opruimen. De ene draad bepaal ik als hoofdkleur en daarmee breide ik onafgebroken door. Voor de tweede draad gebruikte ik allerlei resten. De breinaalddikte is natuurlijk afhankelijk van de gekozen wolsoorten.

Het is wel aan te bevelen om voor deze tweede draad, wol te gebruiken, die ongeveer dezelfde dikte heeft, want anders wordt het een rommeltje en krijg je gaten. Hoe dik maakt niet uit, dat heeft alleen effect op het resultaat, want de kleur van de dikste draad zal overheersen. Verder maakt het niets uit, effen of gemeleerd, alles is mooi. Ook een kleurenpatroon is niet nodig, soms kan je volstaan, door domweg een heleboel [kleinere] bolletjes, gewoon op te breien. "Gewoon beginnen en je ziet wel wat er van komt" is mijn devies.

Natuurlijk moet je ook wel een beetje handig zijn in het maken van een trui, want ikzelf doe alles zonder patroon. Ik gebruik de maten van een oude trui en reken, via een proeflapje. uit hoeveel steken ik op moet zetten en mijn pagina "Hoe brei of haak ik een trui zonder patroon".

Bij de trui van de eerste foto, was de hoofdkleur wit, bij het vest en de andere trui zwart. De laatste maakte ik voor mijn dochter en ik gebruikte daarvoor haar eigen restjes, niet omdat ik niets meer had, maar het maakte de trui persoonlijker en het ruimde bij haar lekker op.  Datzelfde ga ik doen voor mijn andere dochter. Ook zij heeft nog wol zat.

En voor wie het weten wil: Alle wol was Saskia [Wibra] en alleen de bijkleur van de trui van mijn dochter was de gemeleerde Royal wol van Zeeman. Bij deze combinatie gebruikte ik breinaalden 5.