Vooraf:
Ik heb geprobeerd
het zo duidelijk mogelijk op te schrijven, maar toch wordt er nog
veel van het improvisatietalent van de maker zelf verwacht. Daarom
raad ik het patroon aan voor een iets meer gevorderde haker.
Algemeen:
Lees ook mijn blog,
daar staat ook de nodige informatie in.
–-Voor het 1e
stokje van de toer maak ik 2 lossen.
–-Ik sluit de toer
met 1 halve vaste in de 2e beginlosse en ga dan met halve vasten naar
de eerste losseboog.
–-Een cluster is
een groepje van 3 stokjes. In het patroon is het cl.
–-De eerste
cluster aan het begin van de toer is [2 lossen, 2 stokjes]
–-Alle clusters
worden gehaakt in de 1- of 2-lossenbogen tussen de clusters van de
vorige toer.
–-Tussen de
clusters komt altijd 1 losse, behalve in de hoeken, daar komen 2
lossen.
Dit vermeld ik niet
meer in het patroon.
VIERKANT
1. 3 lossen
2. 4x [cl, 2
lossen], in de 1e losse.
3. 4x [cl, 2 lossen,
cl], 1 losse, Dit worden de hoeken.
4. 4x [cl, 2 lossen,
cl]=hoek, 1 losse, 1 cl. 1 losse en weer een hoek.
Toer 4 herhalen. In
elke volgende toer komt er 1 cluster bij.
Voor de panden
haakte ik een vierkant met 5 cluster aan de zijkanten [incl. 1
cluster van beide hoeken] en voor de mouw met 4 clusters aan de
zijkanten. De mouwvierkanten heb ik iets kleiner gemaakt, dat kwam
voor mij beter uit.
Hoeveel vierkanten
je nodig hebt, hangt uiteraard van de maat af. Het komt allemaal niet
zo erg nauw, maar als leidraad geef ik dit advies. Het belangrijkste
zijn de pand- en mouwbreedte. Neem een lekkere slobbertrui, leg hem
op de grond en meet deze maten. Pas wel op dat als je een trui meet
door hem plat op de grond te leggen, je de halve breedte/lengte meet.
Mijn maten waren voor de mouw 2x25 cm. en voor het panden 2x70 cm. De
lengtes zijn minder belangrijk. Maak in ieder geval de mouw niet te
lang, want hij is door de vierkanten erg breed, zodat je er later nog
een strook aan kan haken met flink wat minderingen. Dat leg ik later
nog wel uit. Voor de pandlengte reken ik ca. 50 cm. onder de mouw,
maar dat mag natuurlijk veel langer. Mijn jas komt zelfs tot
halverwege mijn kuit.
In totaal maakte ik
de mouwen 5 vierkanten breed en 3 vierkanten lang =15x2=30
vierkanten, het achterpand 5 vierkanten breed en 8 vierkanten lang
=40 vierkanten, de voorpanden 2 vierkanten breed en 8 vierkanten lang
=16x2=32 vierkanten. Later heb ik de middelste 2 aan de bovenkant
vervangen door halve vierkanten, om een mooie hals te maken. Dus dat
waren er uiteindelijk maar 30.
Wie goed leest
ontdekt dat ik bij de beide voorpanden maar vier banen breed heb
gemaakt. Voor het achterpand had ik er vijf en dat is moeilijk in
tweeën te delen. Ik ga dat later met stroken oplossen.
Voor de hals heb ik
dus een half vierkant gehaakt [ahw doorgesneden op de diagonaal].
1. 3 lossen, hv in
de 1e losse
2. 4 lossen, [cl, 2
lossen, cl]=hoek, 1 losse, 1 dub.st. in de ring, keren
3. 4 lossen, cl [na
het dub.st], 1 losse, [cl, 2 lossen, cl]=hoek, 1 losse, cl, 1 losse,
1 dub.st, keren
Ook hier komt steeds
een cluster bij aan de zijkanten.
Dus steeds eindigen
met 1 losse en 1 dub.st. en na het keren beginnen met 4 lossen.
Maak
de zijkanten met net zoveel clusters als de vierkanten. Ook deze
worden later omgehaakt met de hoofdkleur. Dat is aan de schuine zijde
wel even oppassen en een beetje uitproberen hoe het netjes uitkomt.
Ook bij het in elkaar haken speelt dat probleem. Daar kan ik helaas
geen kant en klare oplossing voor geven.
IN ELKAAR ZETTEN
Allereerst heb ik in
de kleur waarmee ik ook de vierkanten aan elkaar zou gaan haken nog
een extra toer gehaakt aan alle vierkanten. Het aan elkaar haken is
simpel. Leg 2 vierkanten met de achterkant tegen elkaar aan en begin
in de hoek met 2 vasten. Haal de draad door beide lagen. Daarna 1
losse en 3 vasten in de volgende lossenboog. Ga zo door tot de
volgende hoek. Daarin weer 2 vasten, pak de volgende twee en ga door
met de volgende twee vierkanten. Zo haak je alle vierkanten aan
elkaar. Ook op de haakrichting heb ik gelet. Ik heb van boven naar
beneden gehaakt en de toeren in de breedte heb ik wat minder aandacht
aan besteed. Als alles aan elkaar zit, kan je eigenlijk pas iets gaan
passen. Blijkt het allemaal een beetje krap [zoals bij mij] kan je er
vanalles tussenzetten of aanhaken. Alles is mogelijk. Ik heb de
onderstaande baan vanalles gedaan.
Nodig zijn ze
natuurlijk niet, hoewel, als je een middenbaan tekort komt aan de
voorkant moet het zeker. De lengte van de banen leidde ik af aan het
aantal clusters wat aan de zijkanten van de panden en mouwen zaten.
Dat was bij de schuine zijde van het halve vierkant even
improviseren.
Patroon
baan:
1. 7 lossen,
2. 3 stokjes in de
3e, 4e en 5e losse vanaf de haaknaald, 1 losse, 1 stokje in de 1e
losse, keren,
3. cl, 1 losse, cl.
4. 4 lossen, cl. 1
losse, 1 st. tussen het 2e en 3e stokje van de vorige toer
Toer 3 en 4 steeds
herhalen tot de gewenste lengte.
5. Met de hoofdkleur
heb ik ook deze banen helemaal omgehaakt. 1 cluster in de "gaten"
en 1 losse ertussen. In de hoeken [cl. 2 lossen, cl.]
Ikzelf heb banen gemaakt langs de zijkanten van het achterpand en de beide voorpanden. Voor het midden heb ik dezelfde banen gemaakt [dubbel] helemaal van onder tot in de nek. Ook de ceintuur is van hetzelfde patroon. Die maakte ik ook dubbel.
Aan de uiteinden van
de mouw heb ik drie toeren gehaakt van clusters van halve stokjes.
Ook liet ik de lossen tussen de clusters weg om de mouw iets smaller
te maken. Helaas lukte dat maar ten dele en heb ik er uiteindelijk
elastiek in geregen.
Het kleine lusje
mislukte totaal, dus heb ik dat hier niet beschreven. 13 lossen van
een dubbele draad bracht uitkomst. Tot slot heb ik nog een vastentoer
aan de onderkant van de jas gehaakt. Dat werden dus “clustervasten”
met 1 losse ertussen. Hopelijk heb ik alles beschreven, want het was
nogal wat. Als je er niet uitkomt, kunnen de foto`s misschien nog
helpen. Er staan er verschillende op de blog en ook nog in dit
patroon.
Succes!
Gemaakt: maart/april
20191
Patroon: 21 april
2019
Ontwerp: Willy
Haarsma