Patronen
uit bladen [of van internet] gebruik ik niet, want ze passen nooit.
Brei- en haakbladen en ook het internet gebruik ik alleen om ideetjes
op te doen, want ik vind het veel leuker zelf mijn gehele trui of
vest samen te stellen naar mijn eigen ideeën. Ik ga eigenlijk maar
van één ding uit, tw. het moet een beetje passen. Strak aan is
rampzalig, oversized is heerlijk.
Hoe
ga ik te werk:
Meestal
begint het zo, dat ik in een Zeeman, Wibra, Action of andere goedkope
winkel aanloop tegen wol in de meeste aantrekkelijke kleurtjes. Ze
moet niet al te dun zijn want dan is het niet leuk meer en naalden
3,5 is voor mij het absolute minimum. Is de wol te dun en wil ik hem
toch, dan verwerk ik ze dubbeldraads. Hoeveel wol ik moet kopen, weet
ik nooit, dus koop ik uit voorzorg altijd veel te veel. Dat kan me
niet schelen, want met wolresten kan ik later nog heel veel leuke
dingen doen.
HET
PROEFLAPJE EN HET METEN;
Ik
duik als ik thuiskom in mijn tassen, zoek een passende haaknaald of
breipennen en maak een proeflapje van minstens 20 steken en 20
toeren. Als ik een patroonsteek wil, neem ik die en aan de hand van
het lapje kan ik uitrekenen hoeveel steken dat ik nodig heb voor een
trui/vest. Ik meet 10 cm. uit, markeer die met spelden en tel het
aantal steken dat zich tussen de spelden bevindt. Dat is de basis
waarmee alles kan uitrekenen. Is 10 cm te breed, dan neem ik minder
en pas het deeltal aan. [zie verderop].
Nu
de maten van de trui/vest: Ik neem een lekker zittende [liefst een
beetje oversized] trui van mezelf of van degene voor wie ik er een
wil maken en spreid die met de mouwen zijwaarts gestrekt plat uit op
de tafel of de vloer.
Ik
meet van de panden:
1.
de hoogte [aan de zijkant] van de onderkant totaan de bovenkant van
de mouw
2.
de hoogte [aan de zijkant] van de onderkant totaan de oksels.
3.
de breedte van de panden.
Ik
meet van de mouwen:
1.
de lengte [vanuit de oksel naar de pols]
2.
de breedte [aan de bovenkant x2!!!, want hij ligt dubbel].
Hierbij
merk ik op dat de lengte- en hoogtematen naar wens gemakkelijk
veranderd kunnen worden. Bij de breedtematen wordt het oppassen want
die zijn nauw verbonden met de maat van de trui.
Daarna
ga ik die maten overzetten in het aantal steken. Hierbij even een
voorbeeld: bij een pand van 60 cm. en een stekenaantal van 20 op 10
cm. wordt het [60:10=6]x20=120 steken. Dwz. de cm. aantallen delen.
Bij een oversized patroon komt het gelukkig niet al te nauw.
HET
BREIEN EN HAKEN
[ik
spreek verder alleen over breien, maar het kan net zo goed haken
zijn]
Als
ik het heel simpel wil doen brei ik vier rechthoekige lappen in 2
verschillende maten. Meestal begin ik met de mouwen. Ik krijgt dan
een goed inzicht in de stekenverhouding en hoef minder uit te trekken
als het helemaal fout gaat.
Mouwen:
Basis
is de breedte [stekenaantal] bovenaan de mouw.
Beginnen
aan de onderkant:
1.
boord breien met de helft van de steken en boven de boord meteen
meerderen naar het stekenaantal voor de breedte bovenaan
2.
boord breien met de helft van het aantal steken en langzamerhand
meerderen.
Beginnen
aan de bovenkant:
3.
langzamerhand minderen en eindigen met de boord
4.
in de laatste toeren terugminderen naar de helft en boord breien.
5.
Gewoon een rechte lap maken. Boord of geen boord. Dat is bij mij
favoriet vooral met haken.
Panden:
1.
Beide panden rechte lap breien met de uitgerekende steken in de
gewenste breedte.
2.
Achterpand: doorbreien tot de gemeten hoogte boven aan de mouw,
daarna de schouderafschuining is als volgt: 10 [13 bij dunnere wol]
st. minderen, toer uitbreien, [nog 5x herhalen-dus 3x totaal aan
beide zijden]. De resterende steken [dat is het aantal van de hals]
afkanten.
3.
Voorkant: Wat voor soort hals je wilt hebben bepaalt hoe hoog of laag
je aan de hals begint. Bij een vrij hoge hals met boord begin ik 8
cm. onder het punt van de schouderafschuining [dat kan je dus nameten
op het al klaar zijnde achterpand]. De helft van de steken in het
midden in 1x afkanten. Daarna beide helften apart verder breien. Nog
1x3, 2x3, 3x1 afkanten aan beide zijden van de hals.
Pas
op dat tijdens het minderen van de hals, ook de schouderafschuining
begint op hetzelfde punt als bij het achterpand. Voor de evt.
halsboord ruim steken opnemen [zowel voor als achter] en minstens 6
cm. boordsteek breien en afkanten.
TIP:
Dit
is maar één van de manieren om een hals te maken, er zijn er velen.
Het is zelfs mogelijk het hele gebeuren van de hals weg te laten en
zowel voor als achter recht af te kanten na de schouderafschuining.
Dit vind ik niet lekker want dan drukt de trui nogal tegen mijn keel
aan.
Ook
de schouderafschuining kan achterwege gelaten worden. Ga lekker
experimenteren, wees niet bang om fouten te maken of iets te moeten
uittrekken. Dat gebeurt mij ook vaak genoeg. Het zal bij de eerste
trui ongetwijfeld niet al te gemakkelijk gaan, maar uiteindelijk zal
je zien, dat ook van het bovenstaande patroon niets vaststaat. Als je
zover bent, dan ga je goed en zal het van lieverlee steeds leuker
worden. Suc6!
Geschreven: 9 maart 2012